De verlichting
Na de renaissance kwam er een periode van verdere ontwikkeling, de verlichting. De filosofen bouwden met hun denken verder op het fundament dat de renaissance achter had gelaten en de nieuwe ideeën kregen een grote invloed op de kijk op de wereld van de mens.
De verlichting of de eeuw van de rede was de periode die na de renaissance kwam. Sommigen denken dat de verlichting midden in de renaissance was begonnen, namelijk omstreeks 1630. Andere zeggen dat deze periode rond 1687 begon en duurde tot aan de Franse Revolutie rond 1789. De verlichting begon eind 17e eeuw in Engeland en Nederland en verplaatste zich naar het Zuiden. In de 18e eeuw werd Frankrijk, vooral Parijs, het centrum van de verlichting.
De verlichting staat bekend als de periode van culture en intellectuele groei. De verlichting kwam dan ook voort uit de wetenschappelijke revolutie. In deze revolutie komen twee stromingen uit de renaissance samen: Het empirisme, het vergaren van kennis door middel van onderzoek en de zintuigelijke waarnemingen, en het rationalisme, het vergaren van kennis door middel van de rede en het verstand. In de wetenschap ging men eerst zaken onderzoeken (empirisme) en daarna verbind men er conclusies aan (rationalisme). Tijdens de verlichting ging men het gebruik van de rede en het filosoferen bevorderen. ‘Sapere aude’ (durf wijs te zijn), een uitspraak van de bekende Duitse filosoof Immanuel Kant, werd dan het motto van de verlichting. De mens moest bevrijdt worden uit de onmondigheid. De verlichting heeft de mens in de westerse wereld anders laten denken over de politiek, de economie, de opvoeding, de cultuur, de wetenschap en de religie.
18e eeuw
Men wilde alle informatie en kennis die tot dan toe is opgedaan zwart op wit hebben, het moest duidelijk zijn en niet discutabel. Ze wilden een einde maken aan bijgeloof, domheid en intolerantie. Zo is er in de periode van 1751 tot 1772 het belangrijkste product van de verlichting opgestart: de eerste encyclopedie. Het eerste boek waar alle, tot dan toe, vergaarde kennis in opgeschreven stond. Denis Diderot en Jean Le Rond d’Alembert waren de redacteuren. Naast deze twee redacteuren kent de encyclopedie nog andere auteurs, zoals: Louis de Jaucourt, Montesquieu, Rousseau en Voltaire. Dit boek heeft dan ook een groot deel bijgedragen aan de wetenschappelijke revolutie.
De verlichting heeft de mens anders laten kijken tegenover de ethiek, ideeën en moraal. Voor de verlichting ging men ervan uit dat de mens tot het kwade is geneigd en afhankelijk was van God en de kroon. De verlichte denkers zagen het anders. Zij zagen de mens als van nature goed onafhankelijk en autonoom. Men ging streven naar het geluk op aarde, en niet in het hiernamaals. Zo gingen de denkers streven naar een universele en rationele moraal die gold voor al het handelen van de mens op aarde en die onafhankelijk was van het geloof.
Ook de politiek, staat en het recht kreeg een ander imago. Men keerde zich de rug toe naar onredelijke tradities en ondernam hervormingspogingen. Ook zagen ze het niet meer zitten in de macht die alleen op het goddelijke of op de traditie berust. Er ontstond een grotere scheiding tussen kerk en staat door deze afwijzing. Men wilde dat de staat niet meer werd geleid door de kerk. In 1748 ging het zelf verder en publiceerde Montesquieu De L’Esprit des Lois, waarin hij concludeerde dat een scheiding der machten de gelijkheid van de burger garandeert. Tegenwoordig wordt deze erkend als de Trias Politica, de scheiding tussen de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Dit idee was echter niet nieuw, want de Engelse filosoof John Locke kwam al eerder met dit idee.
De verlichting of de eeuw van de rede was de periode die na de renaissance kwam. Sommigen denken dat de verlichting midden in de renaissance was begonnen, namelijk omstreeks 1630. Andere zeggen dat deze periode rond 1687 begon en duurde tot aan de Franse Revolutie rond 1789. De verlichting begon eind 17e eeuw in Engeland en Nederland en verplaatste zich naar het Zuiden. In de 18e eeuw werd Frankrijk, vooral Parijs, het centrum van de verlichting.
De verlichting staat bekend als de periode van culture en intellectuele groei. De verlichting kwam dan ook voort uit de wetenschappelijke revolutie. In deze revolutie komen twee stromingen uit de renaissance samen: Het empirisme, het vergaren van kennis door middel van onderzoek en de zintuigelijke waarnemingen, en het rationalisme, het vergaren van kennis door middel van de rede en het verstand. In de wetenschap ging men eerst zaken onderzoeken (empirisme) en daarna verbind men er conclusies aan (rationalisme). Tijdens de verlichting ging men het gebruik van de rede en het filosoferen bevorderen. ‘Sapere aude’ (durf wijs te zijn), een uitspraak van de bekende Duitse filosoof Immanuel Kant, werd dan het motto van de verlichting. De mens moest bevrijdt worden uit de onmondigheid. De verlichting heeft de mens in de westerse wereld anders laten denken over de politiek, de economie, de opvoeding, de cultuur, de wetenschap en de religie.
18e eeuw
Men wilde alle informatie en kennis die tot dan toe is opgedaan zwart op wit hebben, het moest duidelijk zijn en niet discutabel. Ze wilden een einde maken aan bijgeloof, domheid en intolerantie. Zo is er in de periode van 1751 tot 1772 het belangrijkste product van de verlichting opgestart: de eerste encyclopedie. Het eerste boek waar alle, tot dan toe, vergaarde kennis in opgeschreven stond. Denis Diderot en Jean Le Rond d’Alembert waren de redacteuren. Naast deze twee redacteuren kent de encyclopedie nog andere auteurs, zoals: Louis de Jaucourt, Montesquieu, Rousseau en Voltaire. Dit boek heeft dan ook een groot deel bijgedragen aan de wetenschappelijke revolutie.
De verlichting heeft de mens anders laten kijken tegenover de ethiek, ideeën en moraal. Voor de verlichting ging men ervan uit dat de mens tot het kwade is geneigd en afhankelijk was van God en de kroon. De verlichte denkers zagen het anders. Zij zagen de mens als van nature goed onafhankelijk en autonoom. Men ging streven naar het geluk op aarde, en niet in het hiernamaals. Zo gingen de denkers streven naar een universele en rationele moraal die gold voor al het handelen van de mens op aarde en die onafhankelijk was van het geloof.
Ook de politiek, staat en het recht kreeg een ander imago. Men keerde zich de rug toe naar onredelijke tradities en ondernam hervormingspogingen. Ook zagen ze het niet meer zitten in de macht die alleen op het goddelijke of op de traditie berust. Er ontstond een grotere scheiding tussen kerk en staat door deze afwijzing. Men wilde dat de staat niet meer werd geleid door de kerk. In 1748 ging het zelf verder en publiceerde Montesquieu De L’Esprit des Lois, waarin hij concludeerde dat een scheiding der machten de gelijkheid van de burger garandeert. Tegenwoordig wordt deze erkend als de Trias Politica, de scheiding tussen de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Dit idee was echter niet nieuw, want de Engelse filosoof John Locke kwam al eerder met dit idee.